zondag 28 september 2008

25 jaar wedstrijdhardloper 1994

25 jaar wedstrijdhardloper 1984 – 2009
Deel 11

'Nec temere, nec timide'
('Noch roekeloos, noch vreesachtig')

Fotocollage: © 2008sprengenbergrunner

Op een groot plein was ik getuige van een merkwaardige samensmelting van personen die binnen enkele minuten in gelijkmatige groepjes stonden. Nederland droeg bij aan de VN-vredesmacht in Bosnië. Het 11de Infanteriebataljon Luchtmobiel trok de enclave Srebrenica binnen. We zagen de aangrijpende bijna volledig zwart/wit film van Steven Spielberg ‘Schindler’s List’. Voor de laatste maal sprong Sergej Boebka een wereldrecord. De Hermes House Band brak door met de hit ‘I will Survive’. De Dijk zong ‘Als ze er niet is’. Ik werd hopeloos verliefd op het kaasmeisje.


Geregeld werd ik wakker op een vreemde plek, met stinkende mannen. Op de kazerne moesten we ons bed strak opmaken, terwijl we in het veld soms zonder moesten doen. Ik heb jongens naast me gezien, die konden slapen bovenop een boomstronk. Het eten kwam uit grote groene vaten of een gaarkeuken. Iedereen leek gekleed in camouflage groen. Sporten deed ik in een oranje shirt met blauwe broek of om onduidelijke redenen in een groene overall met legerkisten. Op kosten van het rijk verbleef ik ergens op de heide, op een militaire basis in Duitsland, Veldhoven en Assen. Ik werd aangesproken met Machielsen en een enkeling dacht dat we doof waren. In maart zou ik burger af zijn, dat zorgde voor gemengde gevoelens. Enigszins trots en stoer anderzijds onzeker en weemoedig. Bij ijsfabriek Caraco te Hellendoorn heb ik veel gelachen. Samen de broodvulling mengen als de kok uit de muppets show. Als afscheid van mijn collega`s nodigde ik hen uit bij Café Nep, maar de hoofdpersoon kwam niet opdagen. Dat werd ruimschoots overtroffen door een andere schone. Ik was verliefd op twee vrouwen!

Ik kon me opmaken voor de militaire training Schaarsbergen. Waar ik de tweede dag al mijn loopvermogen kon tonen op de coopertest. De eerste weken bleken nogal licht, voor mij was het een ‘verplichte’ rustweek ik kon het tentenkamp niet ontrekken omdat we in een Algemene Militaire Opleiding Luchtmobiel zaten. Die rust werkte goed voor mijn prestaties, met de marathontraining in mijn benen liep ik op de Halve een prima tijd van 1.15.08. De militaire training werd met de week zwaarder. Al na een paar weken konden onze kamer en die van de tegenover buren (met elk tien man) samen gevoegd worden. We waren ontdaan van de ‘praatjesmakers’ en ‘watjes’. Ik hoorde er pas echt bij nadat ik onder veel belangstelling met de tondeuse werd bewerkt. De inwijding deed iets met mij, vanaf dat moment voelde ik me meer betrokken. Maar een militair zal ik nooit worden, ondanks dat ik in het groen rondloop. Want wat we doen, zegt niet (alles over) wat we zijn. Ik heb moeite met schieten. In de maat lopen kan ik ook al niet, logisch ik heb op de academie zes jaar lang geleerd om uit de maat te lopen. Toch zag ik het als een goede investering, een stukje unieke ontwikkeling. Mijn zelfvertrouwen groeide met de week. Op een gegeven moment vielen er ‘goede’ jongens af. Dat is slikken, we zijn klaar voor de eindoefening. Ondertussen heb ik op de kazerne een loopmaatje gevonden. De eerste afspraakje met mijn ‘vlam’ staat in de agenda. Bij de Atletics crossen liep ik een parcoursrecord op de 5.2 km 16.47.  Ik won driemaal, maar mis de eindzege (van het klassement) door een voetbalblessure (zweepslag). Daarna heb ik nooit meer een bal aangeraakt.

In de zomer waren we als militair dagelijks aan het sporten, van hindernisbaan tot volleybal en slotenloop tot nepgranaten gooien. Dat was genieten al weet ik niet meer precies of ik dat toen zo ervaren heb. Want het ging wel allemaal volgens een strak militair plan. Ik vergat geregeld mijn baret of groette Sergeant Lette spontaan met “hoi Mark”. Destijds Atletics trainer en atleet, hij won bij de prestatieloop van de Zweef de vijf kilometer. Dat soort dingen leverde ‘straffen’ op. Tijdens het tentenkamp herinner ik me de boomstam die je moest meenemen, dat was dan je ‘vaste’ maat. De clubsurvival wou ik dus beslist aan mijn lijstje toevoegen. Dat ging niet door, ik werd tweede. We doorliepen een aantal meer specifieke militaire trainingsweken met veel marslopen. Eindelijk stonden we op appèl, voor de eindoefening in Duitsland (Höxter). Dat betekende elke dag een mars van circa 15 a 30 km met volle bepakking en in de avond/nacht. Heel vaag zie ik me daar lopen, zo bijna half slapend in de groep en dan plots voelde je iets vreemds onder je voeten. Dan schrok je op,  (“waar ben ik”) en zag je, dat je dreigde van het pad af te lopen. Heb ik daar een beetje hoogte vrees opgelopen, tijdens het abseilen en bergbeklimmen? We hadden gewacht op de helikopters, maar die kwamen niet. Ik gebruikte de tijd om te rusten, want je wist nooit wanneer het volgende rustmoment kwam. De meeste andere jongens waren daarvoor te hyper.

In de morgen van 29 juli marcheerden we Schaarsbergen binnen. Op het moment dat we strak in het gelid stonden en bekend was dat we het gehaald hadden gingen ter plekke een aantal kerels van hun stokje. En wat deed ik de volgende dag? Hardlopen, lekker zonder die zware legerkissies, geen grote rugzak, of zwabberende FAL (Fusil Automatique Légère), nog niet te spreken van die zweethelm. Vol trots nam ik de rode baret in ontvangst, we waren paraat (‘De baret die je niet zomaar opzet’). Doel bereikt. Dat gevoel heb ik later nooit meer ervaren, wel liep ik nog jaren later met een boomstam op de schouder om het even terug te halen. Zogenaamd omdat ik in training was voor de survival, maar dat was onzin. Die boomstam, was een MAG (Mitrailleuse à Gaz) met een gewicht van circa tien kilo. En op de achtergrond schreeuwde de Luitenant dat we het niet haalde, dat we.. Nog datzelfde jaar kreeg ik een blauwe baret overhandigd. Als wedstrijdloper won ik veel aan kracht, maar kon dat nog niet omzetten in snelheid. Regionaal liep Henk Maassen van de Brink (AV Rijssen) zich in de kijker. Hij was het vaste trainingsmaatje van Gerrit Voortman (10de op de nationale marathonranglijst: 2.22.15). Met de methode van veel kilometers maken heeft Gerrit enkele regionale lopers naar een hoger plan gebracht. Henk liep dat jaar op de marathon naar een tijd van 2.33.39. Opmerkelijke kortstondig liep Gernant Brem knap mee op de middenafstand. Deze A junior uitkomende voor AV Goor '75 noteerde op de 5 km 15.51 en 8.50 op de 3 km.

www.collectie.legermuseum.nl/strategion/strategion/i006138.html

  
Enkele hardloopprestaties:
Coopertest (12 minuten) 31 mei Schaarsbergen 3633 meter 1ste
5 km 31 december Midwinterloop Denham 16.24 2de
10 km 27 mei Vriezenveen 33.18 (tussentijd 5 km 16.10) 13de
15 km 10 april Oldenzaal / Enschede HLT 51.10
10 mijl 11 juni Rijssen Rijsserbergloop 56.26 8ste
21.1 km 4 april Almelo omloop van 1.15.08 9de
Marathon 5 februari Apeldoorn Midwinter 2.59.02
Enkele uitslagen:
Zentrasport de omloop van Almelo (SISU)
Halve marathon KNAU wedstrijd
heren
1. Gerard Kappert Daventria Lierderholthuis 1.08.23
2. Jeroen Linneman AV `34 Zwolle 1.08.31
3. Titus Mulder AV `34 Apeldoorn 1.10.44
5. Harry Pot LAAC Oldenzaal 1.13.09
6. Adri Deemter HAC `63 Hardenberg 1.13.13
9. Jeroen Machielsen Atletics Nijverdal 1.15.08

10. Dick Sanderman AV Rijssen Rijssen 1.15.40
16. Mark Lette Atletics Hellendoorn 1.17.46
19. Bernard Broeks Atletics Nijverdal 1.18.05
dames
1. Maaike Sijtsema LAAC Wierden 1.19.26

Nijverdal september 2008. Nijverdal, Schaarsbergen 1994

maandag 22 september 2008

25 jaar wedstrijdhardloper 1993

25 jaar wedstrijdhardloper 1984 – 2009
Deel 10 


‘Mirandaatje rasta gloed, caraco ijs geweldig goed’



Fotocollage: © 2009sprengenbergrunner

Met een tijd van 1.01.06 snelde Vincent Rousseau naar de wereldtitel Halve marathon. Bij het WK behaalde Bert van Vlaanderen een bronzen Marathon medaille. Chinese atletes floreerde op wereldniveau onder een dubieuze trainer. Tijdens de Zevenheuvelenloop werd de ChampionChip geïntroduceerd. In Hamar mocht ‘De gespierde spijker’ Falko Zandstra op het hoogste podium staan (wereldkampioen schaatsen). De Duitse televisieserie ‘Die Zweite Heimat’ werd uitgezonden. Dankzij de boeken van Paul Theroux en Lieve Joris beleefde ik vele reisavonturen. Mijn eerste vervoersmiddel, een vaal bruine Opel rekord uit 1978 bracht me naar Praag, Wenen en Budapest. Een rastameisje betoverde me.

Het jobhoppen als productiemedewerker begon me een beetje tegen te staan. Het ploegenwerk was niet bevorderlijk voor mijn hardloopprestaties. Een schrikbeeld doemde op dat je hier je hele leven moest slijten in een fabriekshal, hellup! Als een soort tegen reactie begon ik steeds meer kilometers te maken en raakte overtraind. Treffend is mijn optreden bij de jaarlijkse prestatieloop in Nijverdal. Ik was zo gespannen dat ik kramp kreeg in mijn maag, terwijl ik in een winnende positie lag. Wilfried Woesthuis fietste mee en motiveerde me volop. Kwaad schreef ik me dezelfde dag in voor de 10 km die iets later startte. Hier gebeurde hetzelfde als bij de 5 km, zo werd ik tweemaal derde. Ik baalde als een stekker. Een groot verlies was het toen mijn lievelings-oom (Johan Machielsen) kwam te overlijden na een noodlottig auto ongeval. Hij zou meedoen met ons familieteam op de Survivalrun en we zouden samen trainen voor de marathon. Voor die survivalrun deed ik mijn eerste ervaring op als trainer/coach. Met de instelling van; “wat ik kan, dat kunnen al mijn broers” gingen we aan de slag. Vergat ik haast mijn zus. Was zij het niet die mij er ooit uitliep bij een sprint? Ergens in de jaren zeventig toen er nog geen speelveldjes bestonden, met toestellen voor kinderen. Wij bedachten alles zelf, zo hielden we een soort zeskamp, met allerlei onderdelen. Volgens mij had ik het prikkeldraadhoogspringer gewonnen, of was dat die dag geen onderdeel?

Er werd dat jaar een begin gemaakt met een meer wedstrijdgericht trainingsprogramma o.l.v. trainer Gerard Bruggeman. Mijn gelobby voor de gewenste tweede clubtraining stond op het programma. Er groeide een vriendschap met Marco Kuipers die enorm gedreven, heel doelgericht met zijn sport bezig was. Hij maakte zaken rondom het hardlopen bespreekbaar en had het openlijk over de invloed van de nachtrust op de prestaties. Dat jaar begon ik mijn trainingsarbeid te noteren. Want er was/is natuurlijk een groot verschil tussen het opgegeven programma en datgene wat je daadwerkelijk deed/doet. Er zijn geloof ik ook atleten die braaf een schema volledig uitvoeren. Ik begon andere trainingsmethoden toe te passen. Bijvoorbeeld dat van loopgroep PK (Pieter keij) of van topatleten zoals Grete Waitz. Ik kwam er achter dat er veel van hetzelfde was, maar dat het er om ging hoe je dat samenstelt als een geheel. Dat was geen eenvoudige puzzel! Ongeveer zoals een bakker met verschillende lagen en ingrediënten een taart bakt, maar dan anders.

Week 47 (een gemiddelde trainingsweek):
Maandag – rust.
Dinsdag – Clubtraining, trainer Gerard Bruggeman.
Evenementenweide 6x (1 rondje 60%, 1 rondje 70%, 1 rondje 80%).
Tijden: circa 2 minuten / 1.50`/ 1.40`. Serie pauze: 1 ronde doordribbelen.
(afstand 1 rondje circa 450 meter, ondergrond asfalt).
Totaal circa 11 km.
Woensdag – Herstelduurloop Wierdenseveld (veengrond).
Totaal circa 8 km.
Donderdag – Clubtraining trainer Gerard Bruggeman.
Evenementenweide 6 x 1000 m (steeds 5 sec sneller)
Tijden 4.10 / 4.00 / 3.55 / 3.36 / 3.26 / 3.13 (met Leo Jansen) pauze 1` doordribbelen.
Totaal circa 10 km.
Vrijdag – rust
Zaterdag – Lange duurloop, met Dinant Markvoort en Fred de Vries.
Noetselerberg, Holterberg, terug via Sprengenberg.
Totaal 24 km.
Zondag – Duurloop richting `t stut, Noetselerberg langs Regge etc.
Totaal circa 15 km.

Kilometeropbouw najaar:
Week 35: 40 km Week 36: 57 km Week 37: 57 km Week 38: 58 km
Week 39: 56 km Week 40: 63 km Week 41: 78 km Week 42: 70 km
Week 43: 48 km Week 44: 68 km Week 45: 74 km Week 46: 64 km

Mijn prestaties waren al met al wisselvallig, een net niet jaar. Ik besloot beroepsmilitair te worden. Daarvoor moest ik een heftige innerlijke strijd voeren (die strijd bleek achteraf zwaarder dan die hele militaire training). Het zou de oplossing zijn, twee jaar onder de pannen. Brood en spelen, avontuur en uitdaging. Langer wachten kon niet, want de maximum leeftijd zou ik het jaar erop halen. Ik zou gaan voor de rode baret. Melde me voor het nieuwe paradepaardje van het Nederlandse Leger. Borst vooruit, kin omhoog! Zonder problemen kwam ik door zowel de psychische als lichamelijke keuring. In Hilversum deed ik een test op de hometrainer met naast mij een triatleet, die zich had aangemeld voor de commando`s. Ik trap alles uit de kast en die jongen naast me moest al snel zijn meerder in mij erkennen. Met een brede glimlach op mijn lippen vertrok ik naar huis. Ik had weer een doel. Opeens stond ik in het middelpunt van de belangstelling. Het was me gelukt. Ik was uit de rij gestapt, uit de grijze massa. Yes sir!

Enkele hardloopprestaties (KNAU wedstrijden):
1500 meter: 4.21 Genderingen (competitie) 16 mei
3000 meter: 9.24 Arnhem Papendal 16 juni
5000 meter: 16.17 Daventria Deventer 9 juli
10 km: 33.33 Enschede (weg) 25 juli
15 km: 52.59 Nijmegen 21 november

Enkele uitslagen:
Ommen Bissinghloop 14 juli
5 km prestatieloop:
1. G. Nijhuis Ommen 16.01
2. Han Smook Dalfsen 16.08
3. Jeroen Machielsen Nijverdal 16.10
4. G de Haan Hoogeveen 16.12
5. F. Simons Zwolle 16.15
6. Harry Mulder Diepenveen 16.44
9. Udo Zwijnenberg Nijverdal 17.13
10. Johan Huis it Veld Nijverdal 17.17

(Kranten)knipselnieuws:
Dagblad Tubantia, maandag 1 november (door René Beune)
Als een naaimachine door de `Diepe Hel`
Holten – De hel staat voor verschrikkingen, vagevuur en folteringen. Tegenwoordig kun je echter ook genieten van de hel. Die hel, de Diepe Hel … De kracht van de Diepe Hel-loop schuilt in het mystieke. Het onbekende bemind, werkt zelfs verslavend.

Nijverdal september 2008. Nijverdal 1993