vrijdag 30 juli 2010

TAB ’10 6 Prato allo Stelvio

Transalp Bike Leutasch – Merano ‘10
‘Mountainbikeweek’
 
 
 
Foto: © 2010sprengenbergrunner
Transalp Zuid Tirol Etappe 6
Vrijdag 30 Juli
Prato allo Stelvio (915 m) – Merano (325 m)

We hebben overnacht aan de voet van de Stelviopas. Deze asfaltklim met een top van 2758 m is bekend van de Giro (ronde van Italië). Met 48 haarspeldbochten is het een ware uitdaging. Wij gaan oostwaarts. Wat sneu sluit ik me aan bij de ‘mediumgroep’. Een stapje terug doen vind ik niet prettig, maar zo kan ik Transalp op de ATB uitfietsen.

Al wat terugkijkend heb ik een binnenpretje om de jolige humor als we weer op een top met ‘Extreme’ bijna stilstaan en net doen alsof het niet zwaar is. Met kinderlijke ‘Bert en Ernie’ imitatie, of Brabants dialect van Rudy Laros. Hoe we de eerste dag al zogenaamd stickertjes verdienen voor een col, maar dit jammer genoeg niet doorzetten (omdat elke gids nu eenmaal anders is). Bijna gingen we over tot stempels die Gijs-Jan Lavèn verzameld bij de pizzeria.  Onduidelijk is gebleven wie nu de ‘bolletjestrui’ mag dragen en van een ‘Koninginnenrit’ (waar het klassement zou worden opgemaakt) was geen sprake. Treffend is misschien wel hoe ik Sjef van der Maat vertel dat ik niet mag aanvallen van mijn ploegleider (dat kreeg ik door in mijn oortjes). Ach ja, zet volwassen mannen op de fiets en spontaan zijn ze weer kind.

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Het ritme in de mediumgroep kan ik niet vinden. Bergopwaarts fiets ik met de handjes los op het stuur rustig naar boven, terwijl ik naast mij de inspanningen hoor. We staan vaak stil en nog trager komen we weer op gang. Ook bij ‘Extreme’ wachten we wel op elkaar, maar gaan door zodra de laatste weer in zicht is (of geven onderling tekens). Op een gegeven moment zit ik bij de afdaling achteraan, want dat zenuwachtig gedoe midden in de groep daar moet ik niks van hebben. Nu met pijn aan mijn hand gaat het slechter en slechter en als het wel gaat stuit ik op de stilstaande groep. De lol is er een beetje af en bij een afdaling waar ik als laatste aankom zit de hele groep toe te kijken, waar wachten ze op, dat er iemand valt? Ik besluit demonstratief te gaan wandelen. Dit is tweemaal niets. Achter Gijs-Jan probeer ik weer in mijn cadans te komen, dat is van korte duur (de groep staat weer stil). Met Jasper van Dijk die een gevoelige achillespees heeft klim ik makkelijk naar boven. Even later worden we tot de orde geroepen (“dit is niet de bedoeling”). Wat lamlendig gaan we bij de volgende klim, al slalommend of staand met een iets te licht verzet omhoog.   


We flitsen langs de ‘Italiaanse Betuwe’ met aan weerszijde appelboomgaarden. De sproeiers stralen alle kanten op en het is een kunst om ze te ontwijken. Dan nemen we in Latsch het terras in en bestel ik waarover we de hele week al horen ‘de Apfelstrudel van Norbert Cremers’. Och ja en waarom ook niet met slagroom en vanille ijs! Een groot vierkant bord wordt geserveerd. Verdiend smul ik van deze traktatie. Toevallig zijn we vorig jaar met de Transalpine aan deze straat gefinisht en dat maakt het voor mij extra speciaal. Een moment is er de behoefte om naar de finishplek te lopen (maar er is niets dan de herinnering).  De resterende kilometers gaan voornamelijk over vlak terrein en in een lang lint gaat het op naar Merano. Ergens worden we gepasseerd door ‘Extreme’ en twijfel ik om aan te sluiten (op het vlakke asfalt is er nauwelijks voelbaar pijn aan de hand). Ik moet wel bij mijn groep blijven’, denk ik. Als ze voorbij zijn, komt Erik met achterstand langs. Waarop ik besluit om alsnog mee te gaan. Maar de vrije doorgang is er niet meer en op ruime afstand proberen wij het gat te dichten. Wat niet lukt. Bij een onoverzichtelijke kruising stuiten we op de groep en blijken we aan de verkeerde kant van de weg te fietsen (we moeten linksaf). Tegelijkertijd komt de ‘mediumgroep’ in volle vaart en zij nemen direct de juiste afslag. Enkelen van ons gaan dwars over, terwijl Dirk Seghers en ik wat meer ontzag hebben voor de politieagenten die er staan en kiezen voor de oversteekplaats. Ver achterop zetten we de achtervolging in, maar dan blijken we Merano al binnen te fietsen.

Daar is het relaxen in de thermen met warm zoutwater www.thermemeran.it .  Met Sjef en Patrick van Bree sluiten we de vakantie af. De zonnestralen zijn me bijna te fel en in de schaduw is het smullen van de Lasagne. Een schepijsje bij een schone dame in de ‘Elvis’ ijssaloon konden we niet afslaan. Dan volgt de bustrip terug naar Leutasch. Mijn hand is bij thuiskomst niet meer dik, wel wat geel. En de pijn is na een week nog niet verdwenen.
Afstand  60 km, hoogtemeters 1000.

donderdag 29 juli 2010

TAB ’10 5 Nauders

Transalp Bike Leutasch – Merano ‘10
‘Mountainbikeweek’

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Transalp Uina Schlucht Etappe 5
Donderdag 29 Juli
Nauders (1394 m) – Prato allo Stelvio (915 m)


Al vroeg sta ik mijn Specialized af te spuiten terwijl het leven ontwaakt in Nauders. Er is wat gegoochel met de groepen. Vandaag is er geen ‘Extreme groep’, maar wel een ‘Sport min’ en ‘Sport plus’. Het verschil is dat Jasper van Dijk, Patrick van Bree, Erik  en Eric Klepper met ons meefietsen. Stefan de Ruijter doet een stapje terug en zo vertrekken we met een paar man meer.  We gaan de grens over naar Zwitserland (Unter Engadin)en komen door Scuol. Daar fietsen we over een prachtige houten brug die typerend zijn voor dit gebied. De regio ken ik van eerdere bezoeken. Als we langs een camping komen denk ik daar aan terug (hoe Willem de Vos en ik toen door miscommunicatie met Jonny Berkvens terecht kwamen in Susch i.p.v. Scuol). Mogelijk hadden we toen deze camping op het oog.
Foto: © 2010sprengenbergrunner

Spontaan zetten we een ‘lang zal ze leven, hiep hiep hoera’ in als we een tent zien met Nederlandse vlaggetjes. Ons lied wordt door het gezin lachend ontvangen. Van Gijs-Jan Lavèn krijg ik een spoedcursus ‘Hoe en wat, de berg afdalen’ En dat gaat best goed, de eerste meters bij hem in het wiel. Bij het klimmen krijg ik geen tips. Toch wat onverwacht betreden we een rotsachtig decor,  de Uinaschlucht. Hier moeten we verplicht wandelen, dus heb ik de mogelijkheid om de imposante rotswand en het diepe ravijn te aanschouwen. Het pad is smal en op sommige stukken glad. Op de gevaarlijke delen zijn staaldraden gespannen voor houvast. Hier liep ik vorig jaar in een hoger tempo langs. Met mijn Inov8 Trailschoenen ben ik nu in het voordeel, maar door het stilstaan (om foto’s te maken) raak ik achterop. Gelukkig is Dirk Seghers nog achter me, hij heeft zijn schoenen verwisselt en is in de weer met zijn elleboogbeschermstukken. Geleidelijk veranderd het grijze naar groen. Door een Alpenweide (2155 m) met stromende beekjes, uitbundige bloemenpracht en de overal aanwezige koeien gaat het verder. Echt een plek voor een romantische lunch (dat doe ik dan de volgende keer).

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Als beloning voor ons ploeteren snellen we de Sesvennahütte (2256m) binnen. Daar is het behaaglijk warm,  hongermakende geuren komen uit de keuken. We zoeken een plek in de volle eetzaal en worden naar de kelder verwezen, waar we onze kleding kunnen laten drogen. Maar de bedoeling daarvan is ons niet meteen duidelijk. Terwijl wij ook een klein beetje in een soort van wedstrijd gevoel zitten “wij moeten snel door”. Na enige tijd vinden we een vrijkomende tafel en verspreiden ons over de ruimte. Het bord pasta smaakt goed, maar ik krijg de helft nauwelijks op. Terwijl René Sprenger met zijn eetlust al begint aan een tweede bord.

Buiten neemt de kou en wind ons in de greep, we worden plots in het diepe gegooid. Geen kans om even in het ritme te komen als een ruige trail afdaling met keien volgt. Behendig probeer ik wandelaars te ontwijken en maak vaart op het ‘goede’ stuk. Ik verwonder me erover dat de anderen al beneden staan. En daar ga ik de lucht in, een rode schim zie ik overvliegen terwijl ik met de val bezig ben. In die seconde heb ik het bewustzijn om te hopen dat ik goed terecht kom. Ik stap bijna meteen weer op, na een kleine inspectie van mijn ATB. Bij de anderen verga ik van de pijn, maar geef aan dat mijn pols een beetje pijn doet. Later staan we nogmaals stil en vraagt Gijs-Jan of het gaat. Terwijl ik een vloek, schreeuw net kan onderdrukken en een potje grienen wel fijn zou zijn. We fietsen de warmte tegemoet en arriveren in Italië. Sjef (Geoffrey) van der Maat stelt vast dat het mogelijk erger is dan we aanvankelijk dachten. Hij heeft een opleiding tot fysiotherapeut gevolgd en geeft het advies om morgen niet te fietsen. De hand is behoorlijk dik en pijnlijk. Sjef gooit er wat Latijnse namen tegenaan, terwijl ik beteuterd toehoor. Van Sjaak Juffermans krijg ik twee pijnstillers en een verzachtend hellend zalfje.

Afstand  60 km, hoogtemeters 2200.



woensdag 28 juli 2010

TAB ’10 4 Ischgl

Transalp Bike Leutasch – Merano ‘10
‘Mountainbikeweek’



Foto: © 2010sprengenbergrunner

Transalp Greitspitz Etappe 4
Woensdag 28 Juli
Ischgl (1376) – Nauders (1394)

Bij de ‘Briefing’ van gisteren heb ik mijn vinger opgestoken voor de groep Sport. De hoge Greitspitze (2874 m) bezorgd mij de nodige vraagtekens, veel klimmen betekend ook lang dalen. Uiteindelijk besluit ik in overleg toch ’s morgens met de Extreme groep mee te gaan. De Basic en Medium groep gaan het eerste stuk met de lift en klimmen verder tot de Viderjoch (2737 m). Als er bekend wordt dat hiervoor 11 euro gedokt moet worden komt er geroezemoes uit de zaal. De briefings duren steeds langer omdat er dan foto’s getoond worden, die per dag in hoeveelheid toenemen (lijkt mij logisch dat je dan als organisatie een selectie maakt).
Foto: © 2010sprengenbergrunner

Mijn gladde buitenband (Schwalbe Racing Ralph) wisselen kost meer tijd dan verwacht en bij het vervangen scheurt de binnenband lek. Louis Cuijpers snelt toe en samen klaren we het. Met de Continental (Race King) val ik uit de toon met bijna 98 % Schwalbe. Voor de volgende keer in de bergen wellicht een band kiezen met grover profiel. Voor Nederland zijn de beide ‘wedstrijdbanden’ prima. Meteen kan ik aansluiten bij de groep met gids Rigo Stegeman die net wegfietsen. De klim gaat deels over asfalt, vrachtwagens passeren om de zoveel tijd. Vooral als ze van boven komen aandenderen is het uitkijken geblazen en in de berm je pad vervolgen. Ik heb me iets te goed aangekleed en kom daardoor drijfnat aan bij het ‘Alpenhaus’ (2300m), een stijlvol modern gebouw met veel hout, verder dan de wc kom ik niet. Verbaasd kijk ik mijn ogen uit naar deze luxe, goede plek voor een bakkie leut. Maar ‘extreme’ gaat door, hoewel we lang moeten wachten op Stefan de Ruijter. Die duidelijk moeite heeft met de klim en meer achterop raakt. Later vernemen we dat hij in zijn nachtrust gestoord werd door een snurker. Ik kleed me om en ontdoe me van mijn hemd. Daar kom ik in contact met een ‘praatjesmaker’ een jochie vol belangstelling en vragen. Onze prestatie blijft niet ongezien. Ik herken mezelf in deze enthousiasteling (alleen hield ik vroeger als kind de vragen in mijn hoofd). Als ik de moeder ontmoet, blijkt het jochie minder dapper. Vrolijk vervolg ik mijn klim.

Foto: © 2010sprengenbergrunner
Bij een bergkam wacht ik met Rigo, de sfeer is ruig en het gure koude weer versterkt dat gevoel. We hebben de sneeuwgrens bereikt. Ik neem de tijd om van het moment deze bergtop te genieten. De winterhandschoenen en regenjas gaan aan, maar desondanks blijft het koud. Door smurrie en drek klauteren we omhoog, het juiste spoor zoekend. Bouwwerkzaamheden zijn in volle gang en een helikopter voert cement aan. We voelen de koude wind en het geraas van de propeller. Onverhard klimmen we door. Boven is het panorama overweldigend met uitzicht op verschillende besneeuwde bergtoppen. De vegetatie is als je er oog voor hebt veelkleurig en van een ‘Milka’ schoonheid. We komen die middag bovenlangs Galtür waar we de verstevigingswallen zien liggen die van hoogte aandoen als speelgoeddecor tegen een enorme berg. Dan slaat het wiel van Sjef vast en danken we hem dat we besluiten om de tocht wat in te korten. Door het oponthoud en het regen buitje willen we maar één ding zo snel mogelijk naar het hotel.

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Als ik bij een afdaling aankom zegt Rigo iets tegen de groep en zie ik hem ergens heen wandelen (even plassen?). We kunnen blijkbaar doorfietsen, één voor één haal ik iedereen op de klim met haarspeldbochten in (Die genummerd zijn). Als ik arriveer bij koploper René Sprenger informeer ik wat de bedoeling is. Hij zegt dat we door moesten gaan en Rigo ons zou bijhalen. “Echt niet!” denk ik (dat iemand mij nog gaat inhalen vandaag). Ik geef aan dat we er voor gaan en sleep René mee, die even later moet lossen. Dat is voor mij het teken als wedstrijdatleet om ‘gas te geven’, duistere krachten nemen het over (domme pure wilskracht). En ergens komt het verstand terug. Als ik aan mijn linkerzijde het dorp Nauders dreig voorbij te razen. Bij de ingang van het dorp stop ik en wacht en wacht. Er komt niets en ik ga opzoek, hebben ze een afslag eerder genomen? Dan twijfel ik om terug te fietsen naar de top, maar die is ver en inmiddels zouden ze beneden moeten zijn. Ik zie een groep op een andere weg, maar als ik daar kom zijn ze in het niets opgelost (in het dorp). Op een hooggelegen zichtpunt wacht ik (dit punt blijkt later duidelijk te zien vanaf het balkon achter het hotel). Ik hou een mountainbiker staande, vraag anderen en informeer tenslotte bij hotel Mein Almhof (waar we later die avond pizza eten). Dan fiets ik voor de tweede maal het dorp in en ontwaar een Vasa wielershirt. Daar bel ik aan, maar niets. Vervolgens druk ik lang op die bel en uiteindelijk komt er iemand. Ons pension Alpenhof is iets verderop, langs het smalle pad. Als ik aankom zitten de anderen verbaasd al aan het avondeten.
Afstand  65 km, hoogtemeters 2600.

Kaart dag 4 van links midden boven naar rechts onder.


dinsdag 27 juli 2010

TAB ’10 3 Landeck

Transalp Bike Leutasch – Merano ‘10
‘Mountainbikeweek’
 

 Foto: © 2010sprengenbergrunner

Transalp Tirol Etappe 3
Dinsdag 27 Juli
Landeck (816 m) – Ischgl (1376)

Het dagelijkse ritueel van spullen in orde maken roept herinneringen op aan de Transalpine. Een deel van de uitrusting gebruik ik nu weer. De rugzak die precies op maat is afgesteld zodat er de minste kans is op heen en weer wiebelen, de drinkzak en mijn Leica. Verder bijna dezelfde voeding voor onderweg; de reepjes, de gelletjes en sinds kort ben ik aan de dadels. Het grote verschil is dat er nu geen stress is.  Vorig jaar heb ik in dit gebied hardgelopen en dezelfde soort paden doorkruist. We kunnen nu ontspannen om ons heen kijken, Noord Tirol in je opnemen. Onderweg denk ik zelfs enkele paden te herkennen.



Foto: © 2010sprengenbergrunner

Na elke klim, wachten we even op de laatste en dan is het lichaam snel hersteld. Bij het hardlopen was er geen herstel. Dit is ‘Extreme’. Hoe kan ik dan uitleggen hoe loodzwaar de Transalpine is? Toch fietsen we wel flink door, want veel ‘kodakmomentjes’ zijn er niet. Die neem ik bij een eventuele voorsprong (bergop). Of als we ergens voor een ‘hindernis’ staan. De groep is aan elkaar gewaagd en af en toe knallen we in een lang lint door groene dalen en pittoresk dorpjes achter onze kopman Gijs-Jan Lavèn.  In de zoveelste klim kom ik in gesprek met Gijs-Jan. Hij blijkt de ‘Jeantex Road Transalp Challenge’  te hebben gedaan op de racefiets (www.tourtransalp.de ) Van deze wedstrijd is ook een versie op de mountainbike, dat is de ultieme uitdaging. Maar ja, zou een beetje lullig zijn als je afstapt bij een afdaling, of door Jan en alleman wordt ingehaald. Nu wachten we netjes op elkaar, al baal ik soms wel een beetje dat het afdalen kloten gaat. Vooral als het kilometers lang doorgaat (dan ga je logischerwijs zonder te remmen steeds harder, doodeng). Volgens Gijs-Jan moet ik minder remmen, komt me bekend voor. Zijn het kleine stukjes (te overzien) dan gaat het goed. Of zonder ravijn naast je, een verkeerde beweging en je stuitert de afgrond in. Bij de afdalingen door bos en grasgebieden heb ik een speciale techniek ontwikkeld.  Als het mis dreig te gaan, neem ik voor de eventuele val al een snoekduik de bosjes in en stoot de ATB van me af. In de loop van de dag/week zie ik anderen ook manieren zoeken om heelhuids die trail afdaling te nemen. En bij sommige afdalingen ben ik niet eens de laatste.

In Ischgl overnachten we in een luxe hotel, de sfeer past niet helemaal bij ons wielerkloffie. Met de dag begint de kleding meer te ruiken ondanks het dagelijks uitspoelen. Dit is ’s Winters een druk hip skioord, maar nu is het uitgestorven. Geen hond op straat, en een dorp zonder hart, volgestouwd met hotels en pensions. We eindigen onze verkenningswandeltocht aan de bar van ons hotel.
Afstand  73 km, hoogtemeters 2700.

Kaart dag 3

maandag 26 juli 2010

TAB ’10 2 Lermoos

Transalp Bike Leutasch – Merano 2010
‘Mountainbikevakantie’



Foto: © 2010sprengenbergrunner

Etappe 2
Maandag 26 Juli
Lermoos (995 m) – Landeck (816 m)


Vandaag gaat het Extreme met twee pittige beklimmingen van boven de 1800 m. Met reisleider Gijs-Jan Lavèn starten we de tocht zonder Eriks. Mijn Specialized M4 zoekt zijn broertje op. Dat is de bike van Geoffrey van der Maat ‘Contador’ (Sjef), die telkens op kop is te vinden en af en toe wat afstand neemt. René Sprenger (Laurens ten Dam) gaat makkelijk mee, helaas kun je dat niet zeggen van zijn huurfiets. Deze Santos hapert bij elke plotselinge schakelbeweging en de onderdelen klapperen op en neer. Hoofdschuddend en scheldend accepteert hij dit ongemak.  Rudy Laros start dapper, maar zakt gaande weg op de klim naar Marienbergjoch (1815 m)wat terug. Hekkensluiters zijn de Belg Dirk Seghers met de meeste trainingskilometers en Stefan de Ruijter ‘Vino’ met slechts twee trainingen per week.


We passeren een bordje met 20 procent en even later zelfs één met 30%. Daar word het even te gortig, met mijn neus plat op het stuur probeer ik te blijven fietsen. Als ik drieg te moeten afstappen kies ik het naast liggend grasveldje om slalommend als een skiër mijn weg omhoog te zoeken. Koeien en wandelaars kijken toe. We volgens deels een oude Romeinse route; Via Claudia Augusta. Aan de andere kant verlaten we het skigebied naar beneden om wederom te klimmen naar de Dirstentritkreuz (1855 m). Een local wil ons wat vertellen en Gijs-Jan hoort hem aan. De doorgang na de pas is twijfelachtig. Er is contact met de andere groepen en we besluiten het erop te wagen. We stuiten op een kloof, waar het volledige pad is weggeslagen. Een klauterpartij naar beneden volgt, om ergens weer naar boven te komen. Met de fiets op de nek ploeteren we ons  een weg door het mulle zand. Als we allemaal over zijn, zien we de andere groep in de verte afdalen. In eerste instantie gingen we door, maar dan besluit Gijs-Jan toch te gaan helpen. Ik loop mee om wat foto’s te maken en draag wat mountainbikes naar boven. Dat is afzien en ik voel mijn hartslag bonken en mijn lichaam vragen om energie. Er volgt een mooi stuk trail door het bos richting Imst. Zoals elke dag worden we door Vasa begeleider Aad Pietersen opgevangen bij het Hotel waar hij ons verwelkomt en uitleg geeft over; de kamerindeling (via de lijst), de plek voor het afspuiten van de fietsen, de stalplek, het tijdstip briefing / avondeten. Ik ben gekoppeld aan Overijsselaar Arjan Snoeijing oet Zwolle, zodat we gewoon Twents kunnen praten.

Afstand  80 km, hoogtemeters 2800

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Kaart dag 2 van rechts boven naar links midden onder.

zaterdag 24 juli 2010

TAB ’10 1 Leutasch

Transalp Bike Leutasch – Merano ‘10
‘Mountainbikeweek’
www.vasasport.nl



Foto: © 2010sprengenbergrunner

Een logische vervolg op de Transalpinerun is deze Transalp. In de voorbereidingsperiode voor de Transalp heb ik de mountainbiketraining geleidelijk opgebouwd en het hardlopen beperkt tot eenmaal in de week. Begin Juli deed ik in Winterswijk de ATB zomertocht van 60 km. Om vervolgens de week erop ‘Drenthe’s Mooiste’ te doen (Assen ATB 80 km)
www.drenthes-mooiste.nl/  Na het ‘Rondje Ruinen’ een wat saaie tocht op de racefiets van 120 km was  ik er klaar voor. Dit maal een kort tocht van 6 dagen over de Alpentoppen met mountainbikegroep.

Vrijdagmorgen 23 Juli start mijn vakantie met een tussenstop in Marktheidenfeld (bij Würzburg) waar ik mijn Toyota parkeer aan de rivier de Main. Zo hoop ik zaterdag ontspannen aan te komen in Oostenrijk (Leutasch). Dat valt echter tegen, veel baustellen, slecht weer (regen) en een 18 km lange file (tenminste dat verteld een vrolijke Nederlandse dame mij, die tussen de auto’s door wandelt). Over het stuk Nürnberg en München doen we uren.  Hoe dichter bij de bestemming des te kouder. Met de Alpen in zicht begin ik te stralen, terwijl het buiten miezert. Het infietsrondje wat gepland staat voor 16.30 mis ik.  Als ik arriveer op mijn kamer is dat een tegenvaller. Weggedrukt in een hoek, onder een schuine kant staat een bijzetbed (logeerbed), met een defecte lattenbodem. Zelfs een vrij looppad naast dit bed lijkt me niet gegund (daar staat een nachtkastje en spullen van mede deelnemer).

Foto: © 2010sprengenbergrunner

Etappe 1
Zondag 25 juli
Leutasch – Lermoos
Vooraf kon je opgeven bij welke niveaugroep je wilt fietsen, maar dat zou zich wijzen naar de eerste klim.  De groepen zijn: Basic, Medium, Sport en Extreme. Vanwege mijn slechte afdaalcapaciteiten en mindere techniek koos ik voor Sport. Ik hou me voor er niet meteen vol in te gaan. Wijselijk is er vandaag geen Extremegroep en starten we massaal. Het verschil in niveau is snel zichtbaar. Nauwelijks begonnen aan de klim zit ik midden in de groep en besluit om mijn regenjas uit te doen. Als ik daarna weer op de mountainbike stap is het om de bocht al stilstaan. Daar worden sneller dan ik gedacht had de groepen gevormd. Ik zit eigenlijk net aan de verkeerde kant van de ‘snelle’ groep en schuif daar bij aan (want ik zou ze bijgehaald hebben in de volgende kilometer).  De nodige kleine reparaties worden uitgevoerd met name aan de huurfietsen. Met veel Eriks in de groep van negen man maken we er een leuke tocht van. We zijn aan elkaar gewaagd. De Vasagids blijkt de zwakste schakel, hij heeft zichtbaar moeite met ons tempo.  Het gebruikelijke aftasten met wat ‘tussensprints’ en ‘ontsnappingen’, zo leren we onze pappenheimers kennen. Dubbel genieten; op hoogte in de bergen, sportieve strijd met de elementen, jezelf en de groep. Bij de afdaling vraag ik me toch enigszins af waarom ik niet een wandelvakantie heb geboekt. En dat dit de laatste keer is.

Afstand 80 km, hoogtemeters 1900.

Kaart dag 1 van rechtsonder naar links midden.